
Nederland staat voor een enorme opgave: de verduurzaming van onze energievoorziening. Om die transitie mogelijk te maken zijn grootschalige bouwprojecten van netbeheerders onmisbaar. Denk aan het uitbreiden van het elektriciteitsnet en het verzwaren van bestaande infrastructuur. Zonder die projecten geen wind- of zonneparken, geen elektrische bussen of warmtepompen. Maar 317 projecten voor het verzwaren of uitbreiden van het stroomnet komen nu in gevaar door stikstofproblemen, blijkt uit een analyse van Liander.
Netuitbreidingen hebben een relatief beperkte stikstofimpact, zeker vergeleken met andere sectoren. Bovendien is die stikstofuitstoot tijdelijk. Zodra de fossiele energiebronnen zijn vervangen is er juist minder stikstofuitstoot. Daarom is het logisch én noodzakelijk dat de overheid deze projecten voorrang geeft. Niet alleen om klimaatdoelen te halen, maar ook om woningbouw en economische groei mogelijk te maken.
Als het net het tempo van de energietransitie niet kan volgen, loopt alles vast. We moeten prioriteit geven aan projecten met de grootste maatschappelijke baten en de laagste ecologische lasten. Netinfrastructuur is precies zo’n keuze.