
Op 1 juli van dit jaar, nota bene de warmste 1 juli ooit gemeten, klonk in Nederland het industrieel alarm: een oproep vanuit bedrijven om aandacht te vragen voor de zware omstandigheden waarin de industriële sector verkeert. Een dag later sloeg Windkracht 5 een ander alarm: het klimaatalarm. Niet als tegengeluid, maar als oproep om juist nu samen te werken aan versnelling van de verduurzaming.
Stimuleer, innoveer en durf te concurreren. Bring it on.
Waarom de industrie cruciaal is
De industrie speelt een sleutelrol in het behalen van onze klimaatdoelen. Tegelijkertijd kampt de sector met stevige uitdagingen: hoge energieprijzen, stikstofbeperkingen, aangescherpte rapportageverplichtingen (ESG en CSRD) en ingrepen in energiebeleid, zoals het terugschroeven van de windparkenambitie van 50 naar 35–40 GW en het tijdelijk afschaffen van de CO₂-heffing.
In de Rotterdamse Haven zijn er wel degelijk duurzame initiatieven. Zo bouwen Vopak en Gasunie samen een ammoniaterminal, heeft OCI al een dergelijke terminal operationeel en ontwikkelt Shell er een grote elektrolyser voor de productie van groene waterstof. Toch blijven de aanvankelijke ambities rond verduurzaming van het havengebied achter. De belangrijkste reden: de vraag naar waterstof en ammonia groeit nog niet snel genoeg om grote investeringen te rechtvaardigen.
Daar komt bij dat hoge energieprijzen ertoe leiden dat energie-intensieve bedrijven, zoals LyondellBasell, Tronox en Westlake, hun productie in Nederland stopzetten. Begrijpelijk dat er zorgen leven, maar precies daarom is het klimaatalarm nodig.
Waar het nu wringt
Ondanks subsidies voor de productie van non-fossiele technologie, blijft de ondersteuning voor de industrie zelf beperkt. Het ombouwen van productieprocessen naar duurzame grondstoffen is kostbaar en vraagt maatwerk. Zonder gerichte steun dreigt vertraging in plaats van versnelling.
Daarnaast is samenwerking met kennisinstellingen cruciaal, maar dit werkt alleen als ook bij de overheid voldoende expertise aanwezig is om samen met de sector duidelijke, eenvoudige kaders te ontwikkelen.
Internationaal is een gelijk speelveld onmisbaar. Europese instrumenten als ETS en CBAM helpen, maar Nederland kan meer druk uitoefenen om te voorkomen dat bedrijven verhuizen naar landen met minder strenge regels.
Kansen voor versnelling
Er zijn concrete stappen die de overheid en industrie samen kunnen zetten:
● Gerichte maatwerksubsidies voor bedrijven die hun productieproces willen verduurzamen, afgestemd op sector en technologie.
● Een best practices-loket waar bedrijven leren van voorlopers die hun strategie radicaal hebben omgegooid om duurzaam te worden.
● Heldere, eenvoudige kaders voor samenwerking tussen overheid, industrie en kennisinstellingen.
● Sterke marketing en voorlichting om consumentenbewustzijn te vergroten; toekomstige generaties zijn bereid meer te betalen voor duurzaam geproduceerde producten.
Inspirerende voorbeelden
Bedrijven als Neste Oy, Vattenfall en Norsk Hydro laten zien hoe duurzaamheid een integraal onderdeel kan worden van de langetermijnstrategie. Hoogleraren als Willem Schramade (Nyenrode) en Rob van Tulder (RSM) benadrukken: zonder betrokkenheid van de volledige board, inclusief de CFO, blijft verduurzaming een bijzaak.
Er zijn al successen: staalbedrijf Aperam presteert drie keer beter dan het sectorgemiddelde in CO₂-uitstoot per ton staal en zet dat in als concurrentievoordeel. Zulke verhalen inspireren en laten zien dat verduurzaming ook economisch aantrekkelijk kan zijn.
Cosun als koploper: industrie kan het wél
Afsluitend: Ik ben positief gestemd. Geef als overheid de industrie een zetje in de rug; de carrot werkt beter dan de stick. De industrie zal steeds meer businesscases gaan zien van collega’s die de stap durven zetten. Denk aan Cosun, een toonaangevend voorbeeld van een industrieel bedrijf dat zijn businessmodel radicaal heeft aangepast. Van traditionele suikerproductie naar een brede duurzame agrofood-strategie, met forse investeringen in elektrificatie, biogas, warmtepompen en stikstofreductie. Dit alles gebeurt in samenwerking met vijf provincies en het Rijk, met maximaal €105 miljoen steun uit het Klimaatfonds voor onderdelen die buiten reguliere regelingen vallen. Cosun denkt lange termijn, kiest voor systeemverandering en durft het echt anders te doen.
Zulke voorbeelden tonen aan dat verduurzaming mogelijk is, ook in de industrie, als visie en daadkracht samenkomen. Goede voorbeelden doen volgen.
Samen vooruit
Ook voor de zogenoemde hard to abate-sectoren zijn er oplossingen, mits overheid en industrie elkaar weten te vinden. Tata Steel en de Nederlandse overheid werken momenteel aan een pad richting de productie van groen staal in 2030, met behoud van werkgelegenheid. Een complexe transitie, maar het laat zien dat zelfs in zwaar vervuilende sectoren beweging mogelijk is: als samenwerking, investeringszekerheid en maatschappelijke verantwoordelijkheid samenkomen.
Dus nogmaals, wij van Windkracht 5 slaan het klimaatalarm voor overheid en industrie om samen tot meer daadkracht te komen rond verduurzaming van de industrie. Stimuleer, innoveer en durf te concurreren. Bring it on.

Robert Jan Van Vliet
Geef als overheid de industrie een zetje in de rug; de carrot werkt beter dan de stick.
Robert Jan Van Vliet