Nederland is een middenmoter op het gebied van duurzaamheid, blijkt uit het nieuwe rapport ‘The Future of Growth’, uitgebracht door het World Economic Forum. Van de 107 landen, staat Nederland op plek 36, achter landen als Spanje, de Filipijnen en Ruwanda. Dat is geen verassing.
We zien onszelf vaak als beste jongetje uit de klas, maar de energietransitie van onze industrie komt niet van de grond. Nederlandse bedrijven zitten nog veel te veel in de fase van plannenmakerij. Maar plannen tellen niet in zo’n ranking. Daar gaat het om concrete maatregelen en resultaten.
Daarnaast zitten we vast in een model van goedkoop gas, waarvan de prijs door subsidies wordt gedrukt. Plus, de overheid is bang om aan de knoppen te draaien. Bedrijven zouden massaal vertrekken als het duurzaamheidsbeleid hier strenger wordt, is de gedachte.
Het is echter ondenkbaar dat alle industrie hier blijft, omdat de tijd van goedkoop gas ten einde komt en eindeloos subsidies blijven geven geen houdbaar groeimodel is.
De overheid moet daarom strenger optreden tegen vervuilende bedrijven en met een goed plan komen om energie subsidies af te bouwen. Ook zaken als koolstofgrenscorrectie (Cbam) en CO2-beprijzing moeten veel beter worden geregeld.
Bedrijven op hun beurt weten dat ze moeten veranderen, maar blijven vragen om steun en subsidies voordat ze de stap zetten. Ook als zij flinke winsten maken. Nederland kan veel sneller verduurzamen als bedrijven stoppen om zo afwachtend te zijn.