Nederland heeft een recordjaar aan vrouwelijk benoeming in raden van commissarissen. Nu we weten wat werkt, namelijk een verplicht quota met handhavingsmechanisme, is het doorvoeren van quota op andere niveaus van bedrijven een logische volgende stap.
De Female Board Index 2024 meldt dat negen van de tien beursgenoteerde bedrijven het quotum van 33 procent vrouwelijke commissarissen behaalt en spreekt van een trendbreuk.
De reden voor het halen van dit record is heel simpel. Het moet van de wet en er is een handhavingsmechanisme. Vooral dat laatste is heel belangrijk. Benoemen van een man in de raad van commissarissen is nietig wanneer dit leidt tot een verhouding waarbij minder dan een derde van de leden vrouw is. Andersom, als er onevenredig veel vrouwen zijn, geldt dat overigens ook.
Dat quota goed werken, weten we al sinds 1921. Toen werd een quotum aangenomen waarin was bepaald dat er maximaal 20 procent vrouwen mochten werken bij postbedrijf PTT. Anders zouden zij de banen van mannen inpikken.
Ondanks de huidige trendbreuk zijn vrouwen nog altijd sterk ondervertegenwoordigd aan de top van het bedrijfsleven.
Te vaak wordt gedacht dat wanneer de top meer in evenwicht is, dit vanzelf doorsijpelt naar andere managementniveaus in bedrijven. Helaas blijkt dit niet uit de cijfers. Het is dus over de hele linie nodig om niet alleen streefcijfers en intenties te hebben, maar harde wettelijke quota mét handhavingsplicht.
,,Waar een wil is, is een weg. Maar waar geen wil is, is een wet,” zei oud-minister Jet Bussemaker jaren geleden over vrouwenquota. Die woorden zijn nog steeds raak.
En voor iedereen die het kwaliteitsverlies vreest, uit onderzoek van de Sociaal Economische Raad blijkt dat dit echt een fabel is. Bedrijven die via quota een gelijkwaardiger verdeling aan de top bereikten, presteren net zo goed of beter als bedrijven die dat niet hebben. Het is dus hoog tijd voor een volgende stap.