Nederland hoeft niet alleen naar de eigen schatkist te kijken voor een betaalbare verbouwing van het stroomnet. Buitenlandse energieleveranciers die gebruik maken van Nederlandse netwerken zouden ook moeten bijdragen aan de energietransitie. Bovendien kan geld komen via het Europese coronaherstelfonds.
Europa heeft recentelijk ‘RepowerEU’ toegevoegd aan het coronaherstelfonds, met als doel om Russische gas uit te bannen en lidstaten onafhankelijk van Rusland te maken. Polen heeft al succesvol een beroep gedaan op dit fonds om haar duurzame productie en de benodigde energie infrastructuur uit te breiden. Daarmee kunnen ze klanten ontzien van de extra kosten die deze nieuwe infrastructuur met zich meebrengt. Met andere woorden; voor klanten blijven de kosten gelijk.
Het huidige Nederlandse systeem, waarbij de verbouwing van het elektriciteitsnet geheel voor rekening komt van de gebruikers, is niet houdbaar. Bij vorige grote energietransities – de aanleg van de elektriciteitsnetten begin 1900 en het gasnet begin 1960 – was er sprake van gesloten ecosystemen. Nationale publieke bedrijven investeerden in de infrastructuur, maar zagen het geld ook terugvloeien naar de publieke sector.
Nu zijn veel energieleveranciers in buitenlandse handen. Investeren in nieuwe infrastructuur is dus geen gesloten systeem meer. Het is dus belangrijk om andere manieren van financiering te vinden. Nationale oplossingen als langere afschrijftermijnen, waarbij toekomstige generaties meebetalen aan de transitie, zijn goed om te onderzoeken en horen er zeker bij. Maar daar moet het niet stoppen.
De tarieven voor de gebruikers zijn in Nederland al hoog ten opzichte van de omringende landen, maar worden nog veel hoger als we het huidige financieringssysteem handhaven.